De dagen van het neoliberalisme zijn geteld in de Europese Unie
De oorlog in Oekraïne leidt tot een ongekend ingrijpen op de vrije markt. Europa gaat strategische keuzes maken en zijn burgers beter beschermen. Er zal een nieuwe verhouding ontstaan tussen staat en markt. De dagen van het neoliberalisme zijn geteld.
Peter Giesen28 september 2022, 19:26
President van de Europese Commissie Ursula von der Leyen op 14 september tijdens haar State of the Union-toespraak voor het Europees Parlement in Straatsburg. Beeld Reuters
President van de Europese Commissie Ursula von der Leyen op 14 september tijdens haar State of the Union-toespraak voor het Europees Parlement in Straatsburg.Beeld Reuters
De energie-oorlog van het Kremlin leidt Europa naar het socialisme, schreef de rechtse Britse krant The Daily Telegraph onlangs op alarmistische toon. De oorlog in Oekraïne leidt overal tot een ongekend ingrijpen in de vrije markt. De Europese ministers van Energie besluiten vrijdag waarschijnlijk om de winsten van energiebedrijven af te romen en de opbrengst daarvan te verdelen onder burgers en bedrijven.
Vorige week stelde Nederland een prijsplafond in om huishoudens te beschermen tegen exorbitante energierekeningen. Duitsland nationaliseerde de gasimporteur Uniper voor 29 miljard euro. In Groot-Brittannië ziet premier Truss zichzelf weliswaar als een erfgenaam van Margaret Thatcher, maar volgens een vorige week verschenen onderzoek van de Brusselse denktank Bruegel hebben de Britten veruit het meeste geld uitgetrokken om burgers en bedrijven te steunen in de energiecrisis: 6,5 procent van het bruto binnenlands product. Sinds Prinsjesdag is Nederland een goede subtopper met 2,7 procent.
De Europese Unie is, vooral door links, vaak beschouwd als vehikel voor het liberalisme, een unie voor ondernemers en bankiers, niet voor gewone burgers. Maar ook in Brussel zijn de hoogtijdagen van de marktwerking voorbij. Lang heeft Europa vertrouwd op de aanvoer van goedkope producten op de wereldmarkt, zoals Russisch gas. Strategische overwegingen speelden nauwelijks een rol. Zelfs na de annexatie van de Krim in 2014 bleef Europa de Russische schatkist spekken, waardoor president Poetin een oorlogskas kon opbouwen.
De Nederlandse Europarlementariër Bas Eickhout van GroenLinks. Beeld ANP
De Nederlandse Europarlementariër Bas Eickhout van GroenLinks.Beeld ANP
Supernaïef geweest
De oorlog heeft laten zien hoe kwetsbaar Europa zich heeft gemaakt door op de markt te vertrouwen. ‘We zijn supernaïef geweest. De hele wereld gebruikte energie als een geopolitiek wapen, behalve Europa’, zegt Bas Eickhout, Europarlementariër voor GroenLinks sinds 2009.
De EU en haar lidstaten staan nu aan twee kanten onder druk. Enerzijds voert Rusland een economische oorlog tegen Europa, anderzijds staan nationalistische partijen klaar om te profiteren van de onvrede over de stijgende kosten van het levensonderhoud. De EU en haar lidstaten moeten wel ingrijpen op de markt, niet alleen om de levering van energie veilig te stellen, maar ook om een revolte van de bevolking te voorkomen. In Nederland is het vertrouwen in de politiek historisch laag, in Zweden en Italië werden de verkiezingen gewonnen door populistische en nationalistische partijen.
Sinds de financiële crisis van 2008 was het neoliberalisme al behoorlijk afgebladderd, de oorlog in Oekraïne heeft een definitief einde gemaakt aan de jarenlange dominantie van de markt. Het neoliberalisme brak door in de vorige energiecrisis, in de jaren zeventig. De markt werd gezien als een antwoord op de inflatie en de hoge werkloosheid waarmee de westerse verzorgingsstaten destijds worstelden. Marktdenken paste goed bij de Europese Unie en haar voorlopers, opgericht vanuit de gedachte dat onderlinge handel een nieuwe oorlog in Europa kon voorkomen. Zo ontstond een interne markt van Dublin tot Nicosia, met zo min mogelijk barrières, streng bewaakt door de machtige eurocommissaris mededinging (tegenwoordig de Deense Margrethe Vestager).
Groot geloof in de markt
In de EU kreeg het neoliberalisme een sterke impuls door de uitbreiding met acht Oost-Europese landen in 2004. Vanwege hun ervaringen met het communisme wantrouwden deze landen de staat en koesterden zij een groot geloof in de markt. Het Westen denkt vaak het voormalige Oostblok te hebben veranderd, schreef de Oostenrijkse historicus Philipp Ther in zijn boek Europe since 1989, maar het omgekeerde is ook het geval. Oost-Europa veranderde het Westen. De plotselinge beschikbaarheid van een reservoir aan goedkope arbeidskrachten bracht Duitsland en andere West-Europese landen ertoe hun arbeidsmarkt te flexibiliseren en de loonkosten te drukken, aldus Ther. De immigratie van Oost-Europese werknemers droeg bij aan een nationalistische reactie die het duidelijkst zichtbaar was bij de Brexit in 2016.
De markt bracht grote welvaart, zij het vaak ongelijk verdeeld, maar moest de afgelopen jaren steeds vaker worden gered door de staat. ‘Het kapitalisme functioneert zo lang het goed gaat, hoewel er altijd een scheefgroei is door de opeenhoping van kapitaal’, zegt Europarlementariër Bas Eickhout. ‘Maar als je dan een crisis krijgt, zie je dat allerlei partijen die jarenlang private winsten hebben geboekt, nu bij de overheid aankloppen. Als het goed gaat, gaat de winst naar de kapitaalkrachtigen. Als het misgaat, mag de overheid inspringen. Dat hebben we gezien bij de banken, en nu bij de energie. Bij corona hebben we gigantische bedragen in farmaceutische bedrijven gestoken.’
Meer geopolitiek
Zoals het neoliberalisme voortkwam uit de crisis van de jaren zeventig zal ook uit deze crisis iets nieuws ontstaan, een nieuwe verhouding tussen markt en staat. In een vijandige wereld moet Europa zijn defensie versterken, zijn toegang tot energie en grondstoffen verzekeren, een industriepolitiek voeren zodat het zelf strategische goederen als chips en accu’s kan maken. Dat vereist een andere rol voor de EU, minder gericht op het reguleren van de markt en meer op geopolitiek. Ook Nederland, in het verleden zo vaak de grootste voorvechter van marktwerking met de Britten en de Polen, is hiervan doordrongen.
Maar is de EU tot zo’n ommezwaai in staat? ‘Door de oriëntatie op consensus beweegt Europa langzaam. De Verenigde Staten zijn superkapitalistisch, maar als het misgaat grijpen ze meteen in, met grof geschut en heel veel geld. Dat hebben we bij de bankencrisis gezien. Europa deed er toen jaren over. Bij corona en nu bij Oekraïne ging het sneller, maar de besluitvormingscultuur blijft stroperig’, zegt Eickhout.
Daarom presenteerde de Europese Commissie vorige week een single market emergency instrument waarmee zij bij crises kan ingrijpen in de markt. In het uiterste geval kan zij lidstaten zelfs bindende productiedoelen opleggen, zoals ook de Amerikaanse president in tijden van nood grote bevoegdheden heeft. Het plan stuitte echter op weerstand. Negen landen, waaronder Nederland, waarschuwden voor een al te intensieve bemoeienis van de Europese Commissie met de economie.
Kop-van-jut
De Europese Unie blijft een samenwerkingsverband van 27 soevereine staten, waardoor zij nooit zo slagvaardig kan optreden als een enkele natiestaat. Als zij dat toch probeert, door over de soevereiniteit van lidstaten te walsen, komt haar draagvlak in gevaar.
Bovendien: het neoliberalisme is de laatste jaren uitgegroeid tot kop-van-jut, maar was ook een systeem dat decennia lang zorgde voor de aanvoer van goedkope producten uit de hele wereld. Het leven zal duurder worden als Europa niet meer kiest voor de goedkoopste aanbieder, maar ook op zijn strategische belangen gaat letten. Veerkracht kost geld. Datzelfde geldt voor de overgang naar een klimaatneutrale economie.
De EU en haar lidstaten zullen tastend hun weg moeten vinden in een nieuwe wereld, die Europa dwingt op eigen benen te staan. Ondertussen woedt een oorlog in Europa en dreigen de stijgende kosten van levensonderhoud het nationalisme in de kaart te spelen.
Historicus Philipp Ther in gesprek met journalist Elisabeth von Thadden van de krant Die Zeit bij Frankfurter Buchmesse in 2017. Beeld Getty
Historicus Philipp Ther in gesprek met journalist Elisabeth von Thadden van de krant Die Zeit bij Frankfurter Buchmesse in 2017.Beeld Getty
Lichtpuntje
Historicus Philipp Ther is niet erg optimistisch, maar ook niet ‘helemaal sceptisch’. De oorlog zal Europa dwingen tot handelen, denkt hij. De Russische inval in Oekraïne heeft eens te meer laten zien hoe afhankelijk de Europeanen van de Amerikanen zijn. Europa zal snel zijn defensie moeten versterken, aldus Ther, ook omdat de volgende president van de Verenigde Staten weleens minder pro-Europees kan zijn. De historicus ziet wel een lichtpuntje. ‘Deze oorlog biedt ook de mogelijkheid om de afhankelijkheid van Rusland en fossiele brandstoffen te verminderen. We kunnen een stap vooruit zetten voor het klimaat’, aldus Ther.
‘Het is heel kwetsbaar’, vindt ook Europarlementariër Eickhout. Van politici wordt nu leiderschap verwacht. Zij blijven herhalen dat een nieuwe economie Europa vooruitgang zal brengen, zegt hij. ‘Het ombouwen van een economie kost altijd geld. Maar uiteindelijk krijg je een schone economie die je minder afhankelijk maakt van discutabele regimes en op termijn meer werkgelegenheid zal opleveren.’