Dit las ik toennet in de krant.
Vooral het slot vind ik van belang, daarom citeer ik dat eerst:
Er is geen reden de rampspoed te bagatelliseren. De gemiddelde Nederlander vormt een kleine minderheid. Het grootste probleem is dat de verschillen steeds verder toenemen. Een gemiddeld huishouden met twee inkomens en een goed geïsoleerd huis hoeft niet zoveel last te hebben van de inflatie, maar dat geldt niet voor een alleenstaande die met een dure hypotheek net een kluswoning op de kop heeft getikt omdat gemeenten nu eenmaal nauwelijks oog hebben voor starters. Het geldt eveneens niet voor mensen die het moeten doen met een klein pensioentje of alleen AOW.
Een deel van de Nederlanders heeft het recht om over armoede te klagen. Alleen heeft vaak het verkeerde deel de grootste mond. Hopelijk repareert het kabinet de koopkracht bij het goede deel.
Is onze koopkracht echt achteruit gehold?
De kwestie
PETER DE WAARD
Het regent jobstijdingen over de armoede in dit land als gevolg van de geldontwaarding en met name de hoge energieprijzen.
Het Centraal Planbureau meldde onlangs dat 1,3 miljoen Nederlanders onder de armoedegrens leven, onder wie 300 duizend kinderen. Het Nibud zegt dat een op de drie Nederlanders 'radeloos is', omdat ze niet meer kunnen rondkomen en gedwongen zijn om de tering naar de nering te zetten. De directeur van de Wiardi Beckman Stichting spreekt zelfs van een 'stille humanitaire ramp', hetgeen suggereert dat niet alleen de asielzoekers in Ter Apel, maar ook de Nederlanders in hun rijtjeshuizen het bijna even moeilijk hebben als mensen in Pakistan en Haïti.
In werkelijkheid is Nederland nog altijd het op drie na rijkste land ter wereld. Het is zelfs het enige eurozoneland in de toptien van rijkste landen. Zo slecht is het nog niet in dit land, ondanks het feit dat zelfs de koning spreekt over 'onzekere tijden'.
Spaarplatform Raisin vergeleek onlangs de kosten van een mandje boodschappen en allerlei diensten tussen 2002 en nu: van een brood tot kappersbezoek. Die zijn in die twintig jaar met 23,5 procent gestegen. Producten die het meest in prijs zijn gestegen, zijn margarine (+236,1 procent), aardappelen (+117,2 procent) en melk (+78,7 procent). Er zijn ten opzichte van twintig jaar geleden echter ook producten goedkoper geworden, zoals witte rijst (-34,4 procent), bananen (-14,4 procent) en komkommers (-6,6 procent).
Als het allemaal bij elkaar wordt opgeteld, zijn de boodschappen 23,5 procent duurder geworden. Maar de inkomens zijn in Nederland met gemiddeld 41,6 procent gestegen. 'Nederlanders kunnen meer boodschappen kopen voor wat zij in één uur verdienen', concludeert Raisin. Het CBS bevestigt dat sinds 2002 boodschappen beter betaalbaar zijn geworden.
Maar het betekent niet dat Nederlanders er reëel op vooruit zijn gegaan. Diensten zijn wél harder in prijs gestegen dan de inkomens. Aan de bar kost een biertje nu gemiddeld 2,77 euro, tegen 1,54 euro twintig jaar geleden, een stijging van bijna 80 procent. De prijs van een kop koffie buiten de deur verdubbelde zelfs, net als een entreekaartje voor de Efteling. Een retourvlucht Gran Canaria is 30 procent duurder geworden. En daarnaast zijn de kosten van energie enorm gestegen, vooral in het laatste jaar.
Er is geen reden de rampspoed te bagatelliseren. De gemiddelde Nederlander vormt een kleine minderheid. Het grootste probleem is dat de verschillen steeds verder toenemen. Een gemiddeld huishouden met twee inkomens en een goed geïsoleerd huis hoeft niet zoveel last te hebben van de inflatie, maar dat geldt niet voor een alleenstaande die met een dure hypotheek net een kluswoning op de kop heeft getikt omdat gemeenten nu eenmaal nauwelijks oog hebben voor starters. Het geldt eveneens niet voor mensen die het moeten doen met een klein pensioentje of alleen AOW.
Een deel van de Nederlanders heeft het recht om over armoede te klagen. Alleen heeft vaak het verkeerde deel de grootste mond. Hopelijk repareert het kabinet de koopkracht bij het goede deel.