En anders moeten wij als Koffiepraat een motie aannemen
1) wij waarschuwen Poetin voor de laatste maal
W.L. Brugsma
Havenmeesters en pakhuisbazen
Nederlanders hebben in de politiek de neiging tot vaststellen van wat er eigenlijk zou móeten gebeuren. Het objectief veronderstellen van wat er vermoedelijk zal gáán gebeuren, komt hun als principeloosheid voor. En zij worden geschokt door de stelling, dat in de politiek succes niet alleen een empirisch maar ook een moreel criterium is: dat succes in de politiek plícht is.
Nu kan men aanvoeren, dat Nederlands invloed op het wereldgebeuren zo gering is, dat wij het ons gerust kunnen veroorloven censor mores van anderen te zijn, dat het geen kwaad kan wanneer een hoofdredacteur in Oude Pekela zijn artikel besluit met: ‘Wij waarschuwen Chroesjtsjow voor de laatste maal...’ Maar het onverdroten voortbakken van vooruitstrevende liever-koekjes of behoudzuchtige liever-niet-koekjes kan ons opbreken. Het Nieuw Guinea-beleid was zo'n gerationaliseerde wensdroom, en uit het bitter ontwaken heeft menigeen geen lering getrokken, niet het inzicht verworven, dat wat wij ‘verraad der bondgenoten’ noemden, in feite slechts verblinding door die eigen wensdroom was.
Ik ben het in deze kwestie wel met Brugsma eens. Hij en ik kennen elkaar niet, maar ik heb groot respect voor zijn eruditie en heldere geest en ik weet zeker dat het andersom ook zou zou zijn mocht hij mij kennen.
2) wij wijzen China erop dat toegeeflijkheid aan Putin nu niet opportuun is
3) wij drukken de OPEC op het hart toch ruim voldoende olij op te pompen omdat anders Biden niet wordt verkozen (de yanks worden hoogst prikkelbaar van dure benzine die zij gas noemen) en ook om ons te helpen tijdens de energietransitie zodat wij hen zo snel mogelijk nooit meer nodig zullen hebben. Zo helpen we elkaar.
En we gaan over tot de orde van de dag.